Wetboek van Strafvordering
Artikel 160
[1.] Ieder die kennis draagt van een der misdrijven omschreven in de artikelen 92-110 van het Wetboek van Strafrecht, in Titel VII van het Tweede Boek van dat Wetboek, voor zoover daardoor levensgevaar is veroorzaakt, of in de artikelen 287 tot en met 294 en 296 van dat wetboek, van menschenroof of van verkrachting, is verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.
[2.] De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op hem die door de aangifte gevaar zou doen ontstaan voor eene vervolging van zichzelven of van iemand bij wiens vervolging hij zich van het afleggen van getuigenis zou kunnen verschoonen.
[3.] Evenzoo is ieder die kennis draagt dat iemand gevangen gehouden wordt op eene plaats die niet wettig daarvoor bestemd is, verplicht daarvan onverwijld aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AG3035, Cassatie, 02627/02
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
23-09-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge Raad23 september 2003 Strafkamer nr. 02627/02 IV/SM Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 17 januari 2002, nummer 21/001314-01, in de strafzaak tegen: [verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats]. 1. De bestreden uitspraak...